Uit de wijngaarden van de landgoederen op de Monte Gorna en de Monte San Nicolò, gelegen in het Trecastagni-gebied, worden twee rode en twee witte Etna-wijnen geboren, die de grote rijkdom vertegenwoordigen die het terroir en de inheemse wijnstokken van de Etna kunnen uiten. Deze Etna DOC’s zijn de beste demonstratie van hoe, op de vulkaan, elke helling en elke wijngaard, wijnen kan produceren met verschillende kenmerken, die unieke sensaties geven.
Deze Siciliaanse topper wordt gemaakt van inheemse druiven: de Nerello Mascalese en de Nerello Cappuccio. De druiven worden geplant op de flanken van de Etna, de op één na hoogste vulkaan in Europa op een hoogte van 700 – 750 m boven de zeespiegel. De bodem van de wijngaard bestaat uit vulkanisch zand, dat rijk is aan mineralen. De combinatie van deze volkanische ondergrond en de hoogte van de wijngaarden maakt van de Etna Rosso een rijke en complexe wijn met aroma’s van rood fruit, kruiden en zoethout.
De druiven worden omstreeks de tweede week van oktober met de hand geoogst en slechts enkele uren na de oogst geperst. De maceratie en gisting gebeuren bij een gecontroleerde temperatuur tussen de 24 – 26 °C, dit gedurende 10 à 15 dagen. Na de gisting wordt de wijn eerst in stalen vaten bewaard, waarna 50% van de wijn verder rijpt in houten vaten gedurende 5 à 6 maanden en de overige 50% van de wijn laat men rijpen in eiken houten vaten gedurende een periode van 3 à 4 maanden. Ten slotte laat men de wijn voor ten minste 6 maanden verouderen op fles.
Op het zicht heeft de wijn een robijnrode kleur. In de neus is deze wijn expressief en elegant met tonen van rood fruit, kruiden, kruidnagel en zoethout. De Etna Rosso heeft zachte tannines en een lange afdronk. Deze wijn gaat zeer goed samen met smaakvolle pastagerechten, gegrild vlees, gebraad en wild maar ook met oude kazen.